maandag 21 september 2009

Bosrank - wit en stil

Hier is het


HIER IS HET


NEERGESCHREVEN DOOR B. VAN DER MEER

Uitgave
SERVIRE/DEN HAAG © 1961



HIER is het hier is het wat de mensen zoeken.
ga er niet aan voorbij
ga niet over tot het volgend ogenblik.
het is hier.
het is nu.
het is alles.
het is niets.
het is alles voor allen.
het is alles voor één.
het is niets, dat alles is.
het is niets voor allen.

het is niet voor uw denken,
u bent uw denken niet.
het is niet voor uw woorden,
u bent uw woorden niet.
het is niet in uw denken.
het is niet in uw woorden.
het is hier.

is er nooit onrust?
of twijfel?
of belemmering?
of ongemak?
of schade?
of storing?
of bezetenheid?
of heimwee?
of haat?
of hardheid?
of gevoelloosheid?
of boosaardigheid?
of armoede?
of gebrek?
of onverschilligheid?

hier is het.
het is hier.

het is geen onrust,
het is geen angst,
het is geen twijfel,
geen belemmering,
geen ongemak,
geen schade,
geen storing,
geen bezetenheid,
geen heimwee,
geen haat,
geen hardheid,
geen gevoelloosheid,
geen boosaardigheid,
geen armoede,
geen gebrek,
geen onverschilligheid.

hier is het.

het is stilte.
het is vrede.
het is goedertierenheid.
het is vreugde.
het is openheid.
het is blijmoedigheid.
het is gevoeligheid.
het is barmhartigheid.
het is zekerheid.
het is klaarheid.
het is goedheid.
Het is onverstoorbaarheid.
het is zuiverheid.
het is oneindigheid.
het is godheid.
het is eeuwigheid.

het is hier.

het zijn niet uw gedachten,
stil uw gedachten.
het zijn niet uw emoties,
stil uw emoties.
het zijn niet de angsten,
stil de angsten.
het zijn niet de zorgen,
stil de zorgen.
het zijn niet de tranen,
droog de tranen.
het zijn niet de ziekten,
stuit de ziekten.
het zijn niet de pijnen,
bedaar de pijnen.
het zijn niet de zonden,
stil de zonden.
het zijn niet de zuchten,
staak de zuchten.
het zijn niet de ergernissen,
stil de ergernissen.
het zijn niet de vloeken,
stil de vloeken.
het zijn niet de ontevredenheden,
stil de ontevredenheden.
het zijn niet de beeldenstormen,
stil de beeldenstormen.

het is hier.
hier is het.

het is niet uw persoonlijkheid,
het is boven uw persoonlijkheid.
het is niet uw maker,
het is achter uw masker,
het is niet uw verdriet,
het lost op uw verdriet.
het is niet uw spanning,
het is uw ont-spanning.
Het is niet uw verlatenheid,
het vervult u geheel en al.

het is hier.
hier is het.

het is niet een overtuiging,
het is niet een aannemen,
het is niet een gezag,
het is niet een dwang,
het is niet een vreesaanjaging,
het is niet een dreiging,
het is niet een wetenschap,
het is niet een techniek.

het is hier.
hier is het.

het is alles voor één.
het is alles voor allen.
het is in mij.
het is in u.
het is:
IK ben in u,
gij zijt in MIJ.

wie is IK?
wie is gij?

het is hier.
hier is het.

IK is hier.
GIJ ZIJT hier.

het is GIJ.
het is IK.

ik in U.
GIJ in mij.

het is hier.

het is niet wat u doet.
het is niet wat u schijnt.
het is niet de dokter.
het is niet de dominee.
het is niet de wijsgeer.
het is niet de dichter.
het is niet de schrijver.
het is niet de koning.
het is niet de bedelaar.
het is niet de soldaat.
het is niet de generaal.
het is niet de bakker.
het is niet de moordenaar.
het is niet de zondaar.

het is hier.
hier is het.
IK ben in u,
gij zijt in MIJ.

hier is het, maar geen persoonlijkheid.
hier is het, maar geen kwaad.
laat het kwaad los.
hier is het, maar geen goed-doen.
laat het goed-doen los.
hier is het, maar geen hebben.
laat het hebben los.
hier is het, maar geen hechten.
laat het hechten los.
hier is het, maar geen heersen.
laat het heersen los.
hier is het, maar geen genieten.
laat het genieten los.
hier is het, maar geen weten.
laat het weten los.

hier is het.
het is hier.
IK BEN in u.
het is in u.
gij zijt in MIJ
het is in mij.
het is in u.
het is in mij.
IK BEN in u.
gij zijt in MIJ

laat gaan uw vooroordelen.
laat wie gaan.
laat wat gaan.
laat uw wrevel gaan.
laat van u gaan
uw spot en wrevel.
laat verachting van u gaan.
de kleine verachting.
de grote verachting.
de kleine ergernis.
de grote ergernis.
de kleine armoede.
de grote armoede.
het kleine succes.
het grote succes.
hier is het.
het is hier.
het stille
het sterke
het onoverwinbare
het onvernietigbare
het onkenbare
het onbeschrijfbare
het onbegrensbare
het lichte
het vrije
het opene
het heldere
het vreugdevolle
het stralende
het aller-innigste.
hier is het:
het allerinnigste.
het innigste voor allen.
de ziel van de ziel.
het wezen van het wezen.
de geest van de geest.
de god van de god.
de in-ziel.
het in-wezen.
de in-geest.
de in-god.
IK maal MIJ waarneembaar in u.
IK maak MIJ voelbaar in u.
IK maak MIJ kenbaar in u.
IK maak MIJ werkend in u.
IK maak mij tot vader van MIJZELF in u.
IK schenk MIJZELF in u aan u.
waarneembaar in u.
waarneembaar in mij.
voelbaar in u.
voelbaar in mij.
kenbaar in u.
kenbaar in mij.
werkend in u.
werkend in mij.
ZICHZELF tot ZOON in u.
ZICHZELF tot ZOON in mij.
IK ben in u.
gij zijt in MIJ.
het is in u.
het is in mij.
gij wilt tot HEM.
gij wilt tot DAT.
gij wilt tot IK.
gij wilt tot GOD.
gij wilt gaan waar gij uit zijt.
gods werking is in u.
gij wilt tot gods werking.
zijn kennen is in u.
gij wilt tot gods kennen.
zijn zich gevoelen is in u.
gij wilt tot zijn zich gevoelen.
zijn zelf-waarneembaarheid is in u.
gij wilt tot zijn zelf-waarneembaarheid.
hier is het.
het is hier.
het is niet daar.
het is niet boven.
het is niet onder.
het is niet straks.
het is niet verleden.
het is niet na de dood.
het is niet dan.
het is niet toen.
Het is niet al-machtig.
het is niet links.
het is niet rechts.
het is niet gevonden.
het is niet verloren.
IK doorbreekt de ruimte.
IK doorbreekt de tijd.
Ik is geen persoonlijkheid.
IK is niet persoonlijk.
laat los uw persoonlijkheid.
alles wat ge los kunt laten, laat los.
houd niets vast.
geen huis
geen goed
geen steen
geen berg
geen land
geen koning
geen leven
geen dood
geen man
geen vrouw
geen kind
geen broeder
geen zuster
geen liefste
geen hatelijkste
geen dag
geen nacht
geen begin
geen einde
geen voorspoed
geen tegenspoed
geen geluk
geen ongeluk
geen vreugde
geen leed.
houd niets vast.
houd het persoonlijke niet vast.
houd alles wat het persoonlijke wil, niet vast.
het persoonlijke wil bezitten.
het persoonlijke wil genieten.
het persoonlijke wil horen
zien
heersen
trekken
reizen
verdienen
overwinnen
zich voeden
zich opblazen
zich voelen
zich voordoen
zich maskeren
zich verkleden
zich verbergen
zich vertreden
zich ontspannen
zich rusteloos bemoeien.
laat het los.
laat het toch gaan.
blijf toch van uw persoonlijkheid af.
blijf van uw beroemdheid af.
blijf van uw geleerdheid af.
blijf van uw sieraden af.
blijf van uw schmink af.
blijf van uw ziekte af.
blijf van uw twijfel af.
blijf van uw ellende af.
blijf van uw tranen af.
blijf van uw verworvenheden af.
hier is het.
het is hier.
IK ben in u.
gij zijt in MIJ.
hier is het.
wil het.
word het gewaar.
en zeg het niet.
zeg niet IK.
zeg niet mijn.
zeg niet dijn.
want al het MIJNE is het UWE.
al het UWE is het MIJNE.
hoe draagt ge uw lichaam?
als een vaandel?
als een grote trom?
als een pias?
als een vod?
als een zak met maden?
als een plaag?
als een dier?
als een rover,
als een kanon?
als een schietgeweer?
wat doet ge met uw lichaam?
gij zijt uw lichaam niet.
gij zijt uw maag niet.
gij zijt uw organen niet.
laat los uw lichaam.
bezie uw lichaam.
is het stralend?
is het jeugdig?
is het vlezig?
is het mals?
is het wellustig?
is het schoon?
is het verblindend?
is het krakerig,
is het oud?
is het afgeleefd?
is het kreupel?
is het verziekt?
is het vergaan?
is het bederfelijk?
is het blauw?
is het bleek?
is het vadsig?
is het lui?
is het gemakzuchtig?
is het traag?
is het moeizaam?
is het noodlijdend?
is het doorvoed?
laat los uw lichaam.
ge zijt niet uw lichaam.
hier is het.
het is hier.
ge zijt niet uw lichaam.
wat doet ge met uw lichaam?
leeft ge er slordig mee?
met het materiaal van uw lichaam?
versmeurt ge uw lichaam?
maakt ge het tot een woning van jakhalzen?
van honden?
van fretten?
van hamsters?
van zwijnen?
van hanen?
van springbokken?
van tjilpend gevogelte?
van natuurfenomenen?
van niets ontziende strevingen?
van spoken?
van narcotiserende ijdelheden?
van zelfbezwijmelende spiegelbeelden?
wat doet ge met uw lichaam?
hoe is uw woning?
hoe is uw werkplaats?
van binnen?
van buiten?
het buitenste binnen?
het binnenste buiten?
is uw woning opgeruimd?
is uw lichaam opgeruimd?
hier is het.
het is hier.
opgeruimd is uw woning.
een opgeruimde woning.
ordelijk is uw werkplaats.
een ordelijke werkplaats.
bewoonbaar is uw woning.
kostelijk is uw woning.
van binnen en van buiten.
wie woont in uw lichaam?
wat woont in uw lichaam?
verdriet in uw lichaam?
zorgen in uw lichaam?
lijden in uw lichaam?
onrust in uw lichaam?
angst in uw lichaam?
hier is het.
het is hier.
IK ben in u.
gij zijt in MIJ.
MIJ uw lichaam tot woning.
licht in uw lichaam.
vreugde in uw lichaam.
laat licht door uw lichaam schijnen.
laat uw lichaam verlicht wezen.
laat vreugde door uw lichaam stromen.
laat uw lichaam zijn als met open vensters.
stilte in uw lichaam.
IK in uw lichaam.
GOD in uw lichaam.
IK BEN in u.
gij zijt in MIJ.
in uw lichaam.
openheid in uw lichaam.
helderheid in uw lichaam.
zon in uw lichaam.
waarheid in uw lichaam.
geen verborgenheid in uw lichaam.
geen bunker in uw lichaam.
niets ondergronds in uw lichaam.
geen tegenstrijdigheden in uw lichaam.
IK ben in u.
gij zijt in MIJ.
word het gewaar in uw lichaam.
in uw zondig lichaam.
in uw lichaam met het scharlaken behang.
in uw lichaam met de rode lantaren.
in uw lichaam met een kamertje hier een kamertje daar.
in uw gordijntjeswoning.
uw koekeloerwoning.
uw woning met 'wat doen de buren weer vandaag'.
uw woning met de vele neuzen.
het godje met de duizend neuzen in uw woning.
en ruiken maar in andermans potjes.
word het gewaar in uw lichaam.
het licht is in uw lichaam.
het licht is in uw woning.
maak ruimte in uw lichaam.
maak ruimte in uw woning.
weg met de neuzen.
weg met de slurven.
weg met de lange vingers.
want IK ben in u en gij in MIJ.
IK doorschijn uw lichaam.
IK waai door uw lichaam.
IK verhelder uw lichaam.
IK ruim op in uw lichaam.
IK genees uw lichaam.
IK doorlicht uw lichaam.
IK door-zon uw lichaam.
IK door-adem uw lichaam.
IK leef in uw lichaam.
IK klop in uw lichaam.
IK verberg mij in uw lichaam.
IK openbaar mij in uw lichaam.
IK sta aan de deur in uw lichaam.
hier is het.
het is hier.
IK ben in u.
gij zijt in MIJ.
IK versmeur uw lichaam niet.
laat MIJ binnen.
IK verwerp uw lichaam niet.
laat MIJ binnen.
IK maak uw lichaam vrij.
IK ben het levend water voor uw smachtend lichaam.
IK ben genezing voor uw lijdend lichaam.
IK richt het stralend lichaam op in uw vergankelijk lichaam.
IK maak uw lichaam tot MIJN klankbodem.
IK maak uw lichaam tot MIJN vat.
IK maak uw lichaam tot MIJN voetstuk.
IK maak uw lichaam tot MIJN woonstee.
IK maak uw lichaam tot MIJN veste.
IK maak uw broze lichaam tot MIJN glazen huis.
IK maak uw lichaam tot een goed aards tijdelijk huis.
IK woon in uw aardse huis.
het eeuwige woont in uw aardse huis.
hier is het.
het is hier.
laat uw lichaam.
IK kom.
laat uw twijfel.
IK kom.
laat uw klachten.
IK kom.
laat uw zorgen.
IK kom.
laat uw ongeduld.
IK kom.
laat uw moeiten.
IK kom.
laat uw smarten.
IK kom.
laat uw minderwaardigheden.
laat uw meerderwaardigheden.
laat uw wederwaardigheden.
laat uw gedachten.
laat uw sensaties.
IK kom. IK kom. IK kom.
gij zijt in MIJ.
IK ben in u.
gij hebt MIJ lief.
IK heb u lief.
IK ben geen minderwaardigheid.
IK ben geen meerderwaardigheid.
IK ben geen wederwaardigheid.
IK ben geen gedachte.
IK ben geen sensatie.
geen angst.
geen dreiging.
geen heerser.
geen naijverige.
geen afgunstige.
geen roofzuchtige.
IK ben niet een uwer duizend zuchten.
laat gaan de duizend zuchten.
laat heentrekken het barre circus.
laat doorgaan de grote uittocht.
hier is het.
het is hier.
IK ben in u.
gij zijt in MIJ.
IK heb u lief.
gij hebt MIJ lief.
WIJ ZIJN EEN.